categorieën: Algemeen

by Redactie

Share

categorieën: Algemeen

Op een maandagavond in mei was het eindelijk zover: we konden terecht in het Rijksmuseum om de grote Vermeer-expositie te bekijken. Ik schrijf groot, maar dat viel reuze mee. Je kon er zo doorheen zijn – het oeuvre van Vermeer is bescheiden – maar gelukkig verleidt de schilder flink tot stilstaan en dat komt het waarnemen ten goede.

In het werk vallen een aantal zaken op: de meisjes, (jonge) vrouwen (met slechts een enkele heer), het licht en de lichtval, de binnenhuiselijke taferelen, de open ramen waardoor buiten voortdurend binnenkomt, muziekinstrumenten en musicerende dames. Deze elementen komen voortdurend terug maar zijn telkens net even anders en van een andere kwaliteit. De diverse dames die een spinet bespelen kijken de beschouwer recht in het gezicht, alsof wij betrapt worden en niet zij. Het heeft ook iets fotografisch. De schilder had bij het vastleggen cheesekunnen roepen, want echt lachen doen de vriendelijke vrouwen niet. De toets is licht, maar niet lichtzinnig, er is altijd dat binnenvallende daglicht maar doordat de schilder de beelden op de grens van zonlicht en binnenkoelte plaatst, blijft alles beheerst en transparant.

In het voorbijgaan kwam er een soundtrack bij me op, onwillekeurig hoorde ik François Couperin en Sweelinck, Mein junges Leben hat ein End, al zal een ander zich er een ingehouden uitbundigheid bij voorgesteld hebben: gigues of allemandes. Hoe dan ook, het musiceren is alledaags bij Johannes Vermeer, net als de ontvangen brief of het huishoudelijke werk van een dienstmaagd: de tijd staat stil en wij kunnen niet anders dan het ook doen. Het voorjaar -wat voor licht kan hier anders op de ramen staan?- is door de schilder bevroren voor onze ogen en wij smelten en passant. De werkelijkheid van het buitenlicht, dat door een open raam inbreekt in de propere vertrekken, suggereert beweging, net zoals de genoemde muziekscènes klank oproepen.

Deze expositie was zo compleet als maar mogelijk was. Er is nog altijd werk zoek, terwijl ook niet alles los te krijgen was voor een even lange periode. Delfts goud.

Alfred Valstar, 2023