categorieën: Algemeen

by Redactie

Share

categorieën: Algemeen

GEKUCH, KRASSENDE SCHOENEN EN SCHUBERT

Vroeger wilde een klassieke audiofiel niets anders horen dan muziek of beter gezegd: het moest – buiten de noten – stil zijn in de zaal en op het oor. Het was de strenge opvatting die lijkt op een moderne stilte-coupé in de trein. Daar rijzen boze blikken wanneer iemand te nadrukkelijk goedemorgen zegt. Bij meer gerucht stappen personen op hoge tenen naar iemand toe om de stilte te verdedigen. Op de langspeelplaten van mijn jeugd was het tussen de delen van een werk haast ingestudeerd stil. Bij concerten werd stilte ook verondersteld, al was dat toch lastiger te garanderen. Die stilte werd en wordt, bij elk slotakkoord door een uitbraak van gekuch en gehoest altijd op slag beëindigd. Het is zoals in de liefde: spreken en zwijgen kosten geen moeite en beide zijn op hun tijd gewenst. Bij pop en jazz gaat het er minder ‘stil’ aan toe, al werd ook daar altijd een zeker beschaving verwacht om de muziek tot zijn recht te laten komen. Recentelijk komt er steeds meer verzet tegen fans waarvan gevonden wordt dat ze te veel aan het kletsen zijn en zo het muzikale beleven van andere fans verpesten. Het ergste is natuurlijk dat ze de inspanningen van de gevierde mensen op het podium degraderen tot achtergrondmuziek.

Konden mijn ouders beter met stilte omgaan, is er nu minder respect, of is het nu gewoon een andere tijd? Bij klassieke concerten valt het nog mee, maar stilte en rust hebben de aandacht van de muziekliefhebber.

Eerst even terug naar opgenomen muziek. De komst van het cd-tijdperk leidde tot een grotere aandacht voor de opnamekwaliteit.  Deze aandacht maakte de nieuwe geluidsdrager flink populair onder liefhebbers van om het even welk muzikaal genre. Deze ontwikkeling viel op zeker moment stil omdat een kentering zich aandiende. Na de cd kwam het downloaden en streamen op, maar dat veranderde niet veel aan de algemene beleving. Het was meer het moment waarop iemand ineens dacht dat de nagestreefde stilte steriel zou zijn. Die gedachte viel als een steen in een vijver of kwam misschien meer als een steen door een ruit. Toen het hoge woord er eenmaal uit was, viel er een heel koor in dat die mening was toegedaan.

Ondertussen was de lp, het vinyl, alweer meer in beeld gekomen, vooral door het scratchen in de hiphopmuziek, waarbij om het even welke lp door een naald spartaans anders werd gebruikt dan waarvoor gemaakt. Voor lp en naald het begin van hun einde. Niettemin begon het woord lp wel vaker te vallen en gingen mensen hun lp’s van zolder te halen om ze weer op te zetten. De platenspelers deden het nog. Door het fysieke contact van de naald in de groef moest men wel genoegen nemen met contactgeluid van plaat en naald, dat vooral opviel wanneer het stil was, tussen de delen door.

Dit geluid werd niet lang daarna zelfs een plus, het gaf mensen een kik iets te horen ook als er niets te horen was. Het antwoord op het steriele van de cd was geboren, herontdekt of bedacht. Na een aantal jaren zitten we nu in een landschap van bij-lp-zweerders en cd-verwensers. Er leek iets nieuws onder de zon te zijn. Of dat zo was of is, valt volgens mij te bezien.

In het vorige millennium kwam er een opname uit (op lp, cd en mc) van Schuberts Winterreise, uitgevoerd door Peter Schreier (tenor) en Sviatoslav Richter (piano). Het was een live-opname en het publiek was muisstil tijdens de uitvoering van de liederen, maar roerde zich in de korte pauzes die er tussen lagen. In die pauzes klonken er kuchjes en krasten er schoenen op de oude stenen van de kerkvloer, bijgeluiden in de ruimte waar de uitvoering plaatsvond. Alles, ook het krassen en kuchen, werd gedisciplineerd geregistreerd. De bijgeluiden versterkten de ijzige sfeer van de liederen. De mensen waren niet stil ‘genoeg’ en steriel was deze opname in de verste verten niet. Het album kwam uit bij mijn toenmalige werkgever Philips Classics. Op geen van de drie geluidsdragers ontbraken de kuchjes of de knarsende schoenen. Ook de cd kwam uiterst doorleefd door op mijn oor.

Zo kom ik tot mijn punt: geluidsdragers zijn nooit steriel an sich. Als de opname goed is dan blijft deze goed.  Oftewel de lp is oké, maar nooit automatisch beter dan een onterecht als zieltogend bestempelde cd.

Alfred Valstar,
januari 2024