by Redactie
Share
Dmitri, Jozef en Vladimir
Gisteren begon ik weer eens aan Sjostakovitsj als muziek om de muziek. Ik luisterde ernaar bij het werk en als soundtrack bij een boek van Henry James. Voor sommigen is zijn werk banaal. Voor anderen hoort de muziek bij de tragische 20e-eeuw van Rusland, waar bombastische heroïek en brute banaliteit hand in hand gingen, ook zonder de gruwelijkheden die het gevolg waren van Hitlers invasie. De opkomst van Stalin bracht het Sovjet-realisme een ‘kunststroming’ die componisten, cineasten en schilders voorschreef hoe ze creatief moesten zijn. Alles wat uit het westen kwam was formalistisch volgens Jozef Stalin, al was hij dol op Beethoven. Verzet was zinloos, de kunstenaars zouden geassimileerd worden.
De kunstenaars zaten klem en zochten wanhopig naar het bewaren van hun eigen stem. Dmitri Sjostakovitsj leek een trouwe jaknikker, maar wie goed luistert hoort sarcasme waarop hij de grote leider trakteerde; dissonanten schilderden het regime. Stalin wilde hem neerzetten als het beste wat de Sovjets aan de wereld konden bieden en die positie beschermde hem enigszins. De componist ging voort, schipperde, becommentarieerde en koos eigen vormen om zijn kunst te beschermen. Dit leidde onder andere tot het terugtrekken van zijn Vierde Symfonie, die tot na Stalins dood in de la bleef liggen; verder dan repetities kwam het niet. Zo kwam na de Derde dus de Vijfde.
Ondertussen crepeerden de kunstenaars, werden ze verbannen, het werken onmogelijk gemaakt of terechtgesteld. Ook Sjostakovitsj verwachtte jarenlang de klop op de deur van de geheime politie. Toen de componist zijn Negende Symfonie schreef wilde hij het werk klein houden. Hij gebruikte daarvoor een veel kleiner orkest, klein en sarcastisch. Stalin ontstak in woede omdat deze het woord Negende met Beethoven associeerde en een grootse ode had verwacht aan hem gewijd en opgedragen. De woede van Stalin werd verwoord door de minister van cultuur, Andrei Zjdanov, die de partituur ‘ontbladerde’ in een toespraak op het nationale componistencongres. Gezegd moet worden dat Stalin als beste begreep tot wie Sjostakovitsj’ sarcasme gericht was.
Als luisteraar in deze volgende eeuw denk ik niet alleen aan Stalin maar ook aan zijn verre opvolger Vladimir Poetin. Hij heeft het communisme officieel afgezworen maar omarmde het tijdens zijn vorming in de KGB. Muziek heeft meerdere hedens en vooral een sterke echo. Ik denk ook aan een video waarin Valery Gergiev het verhaal van Sjostakovitsj vertelde en inging op de relatie tussen Stalin en Sjostakovitsj. De banaliteit en de herhaling van de Sovjetgeschiedenis werden voelbaar toen uitgerekend dirigent Gergiev zich als vazal van populist Poetin ontpopte en dus blind bleek voor de nieuwe dictator.
Alfred Valstar,
november 2024