bij ‘Nao sabe como voltar’
van Pedro Moutinho
Overkantblues
De zoete geur van vreemde honing stond
haar als droom op het glanzend lijf geschreven.
Door wat ze niet kende tot spoed gedreven
verdween de liefste en zag niet meer om.
Naar oevers van neon waar alles glom
vloog ze, als een bij die inzicht gekregen
had, tot ze als gelokte naar beneden,
duikelde, een stuiterbal in de zon.
Haar doel te missen bij vol bewustzijn,
in de streken van lik-op-stuk belandend,
toch wende het geen dag haar te zien branden.
Liever zag ik haar weer, zonder zwijm,
vrij van die kunstmatig gezoete geuren,
waardoor ze zich van mijn hart af liet scheuren.
Alfred Valstar (2021)